In 1999 begint Volvo echt met de digitale techniek en wordt de S80 uitgebracht.
De S80 is dus de eerste auto die met 2 CAN netwerken wordt uitgerust en die een Centrale Elektronica Module heeft om dit te kunnen laten functioneren.
De beide CAN netwerken hebben elk hun eigen snelheid, de hoge snelheid heeft een baudrate van 250KBit/sec en zorgt voor het feitelijke rijden van de auto: de motorcomputer, de automaatregeling, de ABS controller, het gasklephuis en de stuurhoeksensor (alleen bij auto's met DSTC)
Het lage snelheid CAN netwerk heeft een Baudrate van 125KBit/sec en zorgt voor alle overige componenten zoals kachel, instrumentenpaneel, binnenspiegel, deurmodules etc.
De CEM is dus de koppeling tussen beide netwerken en wordt zo ook vaak onterecht aangewezen als storingsbron terwijl deze feitelijk de boodschapper is, de CEM heeft wel de mogelijkheid om een netwerk uit te zetten wanneer dit door een of andere reden teveel storing veroorzaakt. Na contact uit/aan volgt er een reset waarna alles weer werkt tot het weer fout gaat.
Gaat het hoge snelheidsnetwerk fout dan verschijnt er Storing Remmen Stop ZSM in de display en gaat elke aangesloten computer in noodloop, de automaat in winterstand, de motorcomputer in een veilige stand etc.
Gaat het lage snelheidsnetwerk fout dan wordt dat het snelst duidelijk doordat bij wegvallen van data het instrumentenpaneel zwart wordt, maar ook de ramen en sloten werken dan vaak niet meer. Bij het wegvallen van het lage snelheid netwerk kan ook de CEM geen contact meer krijgen met de SRS module, hierdoor wordt dan een SRS Service Spoed melding in het instrumentenpaneel getoond, deze melding blijft echter aanwezig totdat een techneut met de juiste apparatuur de foutcodes heeft gewist (en de nodige reparatie heeft uitgevoerd)
Zo ziet het CAN netwerk er uit bij modeljaar 1999
Defecten die bij modeljaar 1999 voor komen zijn vaak de ABS controller en bij deze types komt de CEM ook een enkele keer voor.